Console rechts: 46 x circuitbreaker
Republic RF-84F 'Thunderflash'Ontwikkeling:
In 1949 besloot de Republic Aircraft Corporation in de Verenigde Staten de F-84E 'Thunderjet' te voorzien van een vleugel, kielvlak en stabilo's in pijlstelling. Het doel van de wijzigingen was de prestaties van de F-84E aanzienlijk te verbeteren. In juni 1950 werd met een prototype de eerste vlucht gemaakt. Al direct bleek dat met die wijzigingen alleen die doelstelling niet zou worden gehaald, omdat de Allison J-35 straalmotor onvoldoende vermogen leverde. Vervanging door de sterkere Wright J-65 straalmotor betekende echter dat ook de romp volledig moest worden omgebouwd. Daardoor ontstond in feite een geheel nieuwe constructie. Dit had gevolgen voor het in productie nemen van de F-84F 'Thunderstreak', want pas in november 1952 koos de eerste productie F-84F het luchtruim.
Met het doel een verkenningsversie te ontwikkelen werd, tegen het einde van 1951, een prototype grondig omgebouwd door de neusinlaat te vervangen door twee zij-inlaten in de vleugelwortel. In de rompneus kwam daardoor ruimte vrij voor de installatie van een batterij camera's. In deze vorm maakte de RF-84F in februari 1952 de eerste vlucht. In de aangepaste neus bevonden zich vijf camera's.
De Thunderflash bij de Koninklijke Luchtmacht:
In het kader van het Mutual Defense Assistance Program ontving het Commando Tactische Luchtstrijdkrachten van de Koninklijke Luchtmacht (KLu) 24 RF-84F's. Het grootste aantal werd over zee aangevoerd tussen juni 1955 en mei 1957. Een aantal werd echter via de zogenaamde 'High-Flight' route overgevlogen van de Verenigde Staten, via Kopenhagen, naar Nederland. De toestellen werden ingedeeld bij het 306 Squadron, dat daarmee voor het eerst in het bezit kwam van een echt fotoverkenningsvliegtuig. Op 4 april 1956 werd de eerste 'Thunderflash' door het 306 Squadron in dienst genomen. Het type is daar in gebruik gebleven totdat het in 1963 werd afgelost door de RF-104G 'Starfighter'.
Eenheden:
306
Taken:
Fotoverkenning
Bijzonderheden:
Het toestel in de collectie van het MLM:
Dit toestel werd op 13 april 1955 afgeleverd aan de United States Air Force en overgedragen aan de Koninklijke Luchtmacht (Klu). Op 11 augustus arriveerde het per schip in de haven van Rotterdam en werd opgeslagen bij Avio-Diepen op Ypenburg.
Het kwam in dienst bij 306 Squadron op 12 mei 1959 en werd op 13 april 1963 overgedragen aan Griekenland. Bij de Griekse Luchtmacht deed het dienst tot 1987.
Via tussenstops in Italië en Duitsland arriveerde het op 29 juli 1988 op Vliegbasis Volkel. Vier maanden later werd het per dieplader overgebracht naar het Marine Vliegkamp Valkenburg, waar het in het kleurenschema van de Klu werd overgespoten. Op 25 juli 1989 werd het overgedragen aan het Militaire Luchtvaart Museum.
Technische specificaties:
Aantal 24
Bemanning 1
Lengte 14,52 m
Spanwijdte 10,25 m
Hoogte 4,37 m
Motor 1 Wright J65-W-3
Max. snelheid 1.055 km/u
Kruissnelheid 556 km/u
Actie radius 1.600 km
Plafond 13.275 m
Bewapening 4 x 12,7 mm Browning mitrailleurs
2.720 kg bommen, raketten