Het grootste zwaard in de collectie van het Nationaal Militair Museum.

Een echt of nep zwaard?

Een analyse van smeedwerk van ons grootste zwaard in de collectie

Voor het aankomende zwaardencollege over de grote tweehandszwaarden uit de zestiende- en zeventiende eeuw, zijn we bezig met het bestuderen van onze eigen collectie tweehandszwaarden. Eén van de grote vragen die we nog hebben is of één van onze grootse zwaarden een authentiek gevest (handvat) heeft of niet. Een interessante vraag, omdat het zwaard uit dezelfde zwaardenfamilie komt als het illustere zwaard van de Friese volksheld Grote Pier (ca. 1480-1520: te zien in het Fries Museum), waar nog veel vragen over zijn.

Zwaard van Grote Pier. Foto: Fries Museum

Ceremonieel of gevechtszwaard?

Eén van de belangrijkste vragen waar we tijdens het zwaardencollege ons licht op zullen schijnen is of de grote tweehandszwaarden gemaakt waren voor ceremonieel gebruik, bijvoorbeeld tijdens optochten of blijde inkomsten, of ontworpen waren om te gebruiken in de strijd. Door zijn formaat is het zwaard van Grote Pier (213 cm lang) zo’n zwaard waaraan getwijfeld wordt of het daadwerkelijk gebruikt kan zijn in de strijd.

Het Nationaal Militair Museum heeft een bijna identiek zwaard in de collectie (197 cm lang) en ook het Rijksmuseum in Amsterdam en Worchester Art Museum in Amerika hebben vergelijkbare zwaarden in de collectie. Gaat het hier om een groep zwaarden specifiek gemaakt voor een hetzelfde doel?

Nep of echt smeedwerk?

Om te kunnen analyseren waar deze zwaarden voor bedoeld waren, is het essentieel om bepaalde balanspunten op te meten, die wijzen op een bepaald gebruik. Dit zou natuurlijk het makkelijkste zijn voor ons eigen zwaard, echter dacht iedereen altijd dat het gevest – specifiek de pommel en de pareerstang – ergens in de jaren ’50 of ’60 nagemaakt waren naar het zwaard van Grote Pier. Ze hebben een bijna identiek ontwerp en ze glimmen enorm. Dat kan toch geen historisch smeedwerk kon zijn?

Detailfoto van de pommel van het zwaard uit het Nationaal Militair Museum, waarop de zwarte ‘vervuiling’ goed te zien is.

Door vervuiling, echt herkennen

Tijdens het fotograferen van ons eigen zwaard viel toch iets op. Hoe mooi de pommel en pareerstang ook glommen, als je goed kijkt lopen er dunne zwarte lijntjes door beide heen: een eerste bewijs van authenticiteit!

Om te snappen waarom deze lijntjes belangrijk zijn, moeten we een uitstap maken naar ijzerproductie. In een moderne fabriek wordt ijzererts zo hoog opgestookt dat puur ijzer ontstaat wat weer gegoten of gesmeed kan worden in een vorm. De erts wordt simpel gezegd schoongebrand. Dit betekent dat modern ijzer (en staal) helemaal homogeen is: er zitten geen vervuilingen (lees: niet ijzeren stoffen) meer in.

Dit is anders met ijzer wat gemaakt is voor de tweede helft uit de negentiende eeuw. De ovens die toen gebruikt werden, konden niet zo hoog opgestookt worden. Zo bleef er altijd nog ‘vervuiling’ in het ijzer aanwezig. Als het ijzer of staal dan gesmeed wordt, zie je deze vervuilingen als zwarte randjes of putjes in het ijzer. Deze vervuilingen zitten dus ook in ons reuzen zwaard, wat er dus weer op wijst dat de pommel en pareerstang wel authentiek zouden kunnen zijn!

Gelukkig werden onze bevindingen bevestigd door een bevriende smid, welbekend met historische smeedtechnieken: Pim Verhoeven (www.smederijverhoeven.nl). Hij kon zelfs aan de hand van de zwarte ‘vervuilingen’ zien hoe de pommel en pareerstang precies gesmeed waren en dat het handvat zelf – wat helemaal authentiek is – hoogstwaarschijnlijk nooit van het gevest afgehaald was. Het zwaard is dus waarschijnlijk in zijn huidige vorm helemaal authentiek, zoals hij tijdens de eerste helft van de zestiende eeuw gemaakt was.

Waarom glimmen de pommel en pareerstang dan zo? Op het blad van het zwaard zaten bepaalde merktekens en deze zijn er bijna helemaal af gepoest. Waarschijnlijk is er ooit iemand met een boenmachine tekeer gegaan op het zwaard om ‘m helemaal glimmend te poetsen.

Detailfoto van de weggepoetste merken op het zwaard van het Nationaal Militair Museum.
Een schilderij van Foppe van Camstra (1572) met een tweehandszwaard. Foto: Fries Museum

Wapencollege

Het geheim van het tweehandszwaard

Wat betekent deze vondst nou? Ons zwaard kunnen we nu dus wel gebruiken om balanspunten op te meten en vergelijken met zwaarden waar duidelijker van is dat deze echt gebruikt zijn in de strijd. Een eerste stap om ook meer inzicht te krijgen in het gebruik het zwaard van Grote Pier. Zou hij hem echt gebruikt hebben in de strijd?

Wil je nou meer weten over dit zwaard, of deze reusachtige tweehandszwaarden echt gebruikt zijn in de strijd en onze eerste inzichten over het zwaard van Grote Pier? Kom dan op zondag 16 november 2025 naar het wapencollege ‘Het geheim van het tweehandszwaard’.

Meld je aan
Junior conservator Casper van Dijk
“Er hangen rond geen enkel type wapen zoveel mythes als rond het tweehandszwaard. Alleen door breed onderzoek en goede metingen kunnen we deze bewijzen of juist ‘myth busten’!” Casper van Dijk, conservator