Welke straaljagers heeft Nederland gehad?

Ze zijn razendsnel, slim bewapend en kunnen overal ter wereld opereren: straaljagers zijn geliefd en gevreesd. Welke straaljagers heeft Nederland gehad? 

Wat was de eerste straaljager?

Tot het eind van de Tweede Wereldoorlog werden vliegtuigen aangedreven door propellers. In 1944 steeg voor het eerst een toestel met een straalmotor voor een missie op: de Messerschmitt Me-262. Hij kon scherp draaien, was bewapend met vier 30mm-kanonnen en was bovenal pijlsnel. De Duitse straaljagers waren een serieus gevaar voor de geallieerde bommenwerpers, maar het waren er te weinig en ze kwamen te laat om de oorlog nog te beïnvloeden. 

Onze collectie bevat wrakstukken van deze eerste operationele straaljager. In 1944 werd een Me-262 neergeschoten in de buurt van Fliegerhorst Deelen, en de resten van dat toestel worden bewaard in ons depot. Pijnlijk genoeg werd de Me-262 neergehaald door Duits luchtafweergeschut: de FLAK-schutters herkenden hun eigen vliegtuig niet…

Een Messerschmitt Me-262 in het Amerikaanse luchtmachtmuseum. Bron: National Museum of the United States Air Force

METEOR, THUNDERSTREAK EN KAASJAGER

In 1947 koopt het Nederlandse leger voor het eerst straaljagers. De Gloster Meteor Mk-4 heeft als taak het onderscheppen van vijandelijke bommenwerpers, onder meer vanaf Vliegbasis Soesterberg. Vliegen is niet erg veilig: goede uitrusting is niet altijd beschikbaar, en de eerste Meteors hebben geen schietstoel. 

In de jaren vijftig krijgen de Meteors, die uit Groot-Brittannië komen, gezelschap van Amerikaanse toestellen: de Republic F-84 Thunderjet, Thunderstreak en Thunderflash. Van de drie gebruikt Nederland de Thunderstreak het langst. De ‘Streak’ kan zowel gronddoelen aanvallen als op grote hoogte opereren. Ook kan het toestel nucleaire wapens inzetten. In 1956 verschijnt tenslotte de F-86K Sabre op Nederlandse vliegbases. Hij krijgt de bijnaam ‘Kaasjager’, maar waar dat vandaan komt is onbekend.

De Tweede Luitenant-vlieger (res.) H. van Soest poseert op Vliegbasis Leeuwarden voor een Gloster Meteor F.Mk.8. Bron NIMH

Hunter, Starfighter en NF-5

De andere Britse straaljager die Nederland in de jaren vijftig gebruikt, is de Hawker Hunter. De Hunter heeft een pijlvleugel, en is het eerste toestel waarbij de luchtinlaten in de vleugelwortels zijn ontworpen. Dit maakt hem gestroomlijnder. Belangrijk voor Nederland is dat de Hunters door Fokker gebouwd worden. 

De Lockheed F-104 Starfighter komt in 1962 in Nederlandse dienst en is een icoon van de Koude Oorlog. Het is een lang en smal toestel, en lijkt op een raket met vleugeltjes. Hij kan razendsnel stijgen, vliegt met ruim twee keer de geluidssnelheid en is uitstekend geschikt om hoogvliegende bommenwerpers te onderscheppen. Voor het ondersteunen van grondtroepen gebruikt de luchtmacht de relatief goedkope, kleine en zeer wendbare Northrop NF-5.  

Van voor naar achter een Gloster Meteor, een Hawker Hunter, een Starfighter en een F-16. Bron NIMH

De F-16 Fighting Falcon

In 1979 breekt een nieuw tijdperk aan voor de Nederlandse luchtmacht. Vanaf dat jaar is de F-16 in dienst, het meest geavanceerde, multi-functionele en krachtige toestel dat de luchtmacht ooit heeft gehad. Meer dan veertig jaar staat de F-16 klaar om vijandelijke jachtvliegtuigen te onderscheppen, gronddoelen te bombarderen en inlichtingen te verzamelen. Tot op de dag van vandaag is de F-16 een formidabel toestel. En in ons museum kun je ‘m van dichtbij bekijken in het Arsenaal. 

Conservator NMM Alfred Staarman
"Hoger, sneller, verder. Jachtvliegtuigen zijn technologische hoogstandjes. Inmiddels is de vijfde generatie ook nog vrijwel onzichtbaar!" Alfred Staarman - Conservator