Bijzondere Belgische gasten op het Zomeroffensief

Tijdens het Soesterberg Zomeroffensief lieten verschillende tanks en pantservoertuigen zien wat ze kunnen. Dit jaar was de tankshow extra bijzonder, omdat er voertuigen uit België meereden. Het War Heritage Institute bracht twee pantserrupsvoertuigen, een zware gemechaniseerde houwitser en een Sovjet-tank naar Soesterberg.

De AIFV-B is amfibisch: als je de klep op de boeg naar voren klapt, kan het voertuig varen. De rupsbanden zorgen voor de voortstuwing.

Een Belgische versie van een Nederlands voertuig

In de jaren zestig heeft het Nederlandse leger een nieuw voertuig nodig om militairen op het slagveld te verplaatsen. Het moet een veelzijdig, bewapend en gepantserd rupsvoertuig zijn. De Amerikaanse M113 is het voorbeeld. Het Nederlandse voertuig wordt YPR-765 genoemd en de Landmacht bestelt er in eerste instantie 880. Het Belgische leger koopt 514 van deze voertuigen, die in de periode 1982-1988 in België worden geproduceerd. Ze staan bekend als AIFV-B, Armoured Infantry Fighting Vehicle, met de B van België. Het exemplaar dat het War Heritage Institute in Soesterberg liet zien, is bewapend met een Oerlikon 25 millimeter-kanon.

De T-72 heeft een heel laag silhouet. Dat zorgt ervoor dat hij moeilijker te zien is op het slagveld.

Een Oost-Duitse tank

De T-72 is de succesvolste Russische tank uit de Koude Oorlog. Er zijn er ruim twintigduizend gebouwd, en de tank wordt door bijna veertig landen gebruikt. Ook vandaag de dag nog: zowel Rusland als Oekraïne gebruikt de T-72 in de huidige oorlog. Bijzonder aan de T-72 is het automatische laadsysteem. De granaten liggen in een ronddraaiende opslag onderin de koepel. Een liftje tilt de granaat op, en die wordt mechanisch in het kanon geschoven. Door dit systeem bestaat de bemanning niet uit vier, maar uit drie militairen: de commandant, de schutter en de bestuurder. De T-72 van het War Heritage Institute komt uit het Oost-Duitse leger.

Een ISU 152 in 1944. Het exemplaar van het War Heritage Institute is tijdens de oorlog gebouwd en na de oorlog aangepast.

Een enorm kanon op rupsbanden

Tijdens de Tweede Wereldoorlog ontwikkelen Nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie steeds grotere en zwaardere tanks. Duitsland komt bijvoorbeeld met de Tiger en de Königstiger. In de Sovjet-Unie wordt de JS-I gebouwd, vernoemd naar Josef Stalin. Het is het begin van een serie tanks en rupsvoertuigen op hetzelfde onderstel. De ISU 152-M, die het War Heritage Institue meenam naar Soesterberg, is een van deze voertuigen. Het is een stuk gemechaniseerd geschut, wat betekent dat het een zwaar kanon op rupsbanden is. De ISU 152-M heeft een 152 millimeter-kanon, en is daarmee het zwaarste kaliber gemechaniseerd geschut van de Sovjets. Het speelt een belangrijke rol in het Sovjet-leger tussen 1943 en 1945, vooral in het vernietigen van bunkers en versterkte posities.

Naast deze reguliere M113A1-B bestaan er ook ambulance-, antitank- en commandovoerings-versies.

De veelgebruikte M113A1 in Belgische dienst

Zoals bijna alle westerse landen gebruikt het Belgische leger sinds de jaren tachtig de M113. Dit Amerikaanse rupsvoertuig is in enorme aantallen geproduceerd, in allerlei versies. Van de 552 M113A1-B’s die het Belgische leger bestelt, worden er zo’n 385 in België gemaakt. De andere worden uit de Verenigde Staten geïmporteerd. In de M113A1-B die op het Soesterberg Zomeroffensief te zien was, passen dertien personen: de commandant, de chauffeur en elf infanteristen. Via de deur in de achterkant kunnen ze snel in- of uitstijgen.

Conservator NMM Dirk Staat
"Door de afgeronde hoeken werd de YPR-765 in de Landmacht ook wel “de glasbak” genoemd. Bijzonder om ze nu op het slagveld in Oekraïne te zien." Dirk Staat - Conservator