Een 200 jaar oude selfie

Het is natuurlijk leuk om foto’s van jezelf naar vrienden of familie te sturen. Zo blijven ze op de hoogte van hoe het met je gaat. Maar wie denkt dat dit iets ‘van de laatste tijd’ is heeft het mis. Een soldaat uit de tijd van Napoleon stuurde zoiets 200 jaar geleden al naar huis.

De Slag bij Les Quatre Bras

Sinds enige tijd is in het museum het schilderij ‘De Moedige Verdediging der Stelling bij Les Quatres Bras’ te zien, gemaakt door Jan Willem Pieneman. Het schilderij heeft twee eeuwen in Paleis Soestdijk gehangen, maar sinds het niet meer door leden van het Koninklijk Huis wordt bewoond is het paleis verkocht. Alle kunstwerken zijn eruit gehaald en nu hangt dit schilderij in het museum*.

*Het Nationaal Militair Museum heeft ‘De moedige verdediging der stelling bij Les Quatre-Bras’ in bruikleen gekregen van Koninklijke Verzamelingen.

Kruispunt Waterloo

De Slag bij Quatre Bras vond twee dagen vóór de roemruchte Slag bij Waterloo plaats, waarmee het Koninkrijk der Nederlanden een definitief einde maakte aan 20 jaar Franse overheersing.

Verborgen objecten

Er is gekeken welke kleine details op het schilderij te zien zijn en in onze collectie gezocht of we daar een origineel exemplaar van hebben. Zo hebben we een aantal voorwerpen bij elkaar weten te brengen en bij het schilderij tentoongesteld. Daarnaast zijn er een aantal voorwerpen op andere plekken in het museum te zien.

Brief van soldaat Raymondus van Landeghem.

Bijzondere ontdekking

In Franse dienst van Napoleon

Omdat Nederland geruime tijd onder Frans bewind heeft gestaan, zaten ook Nederlanders in Franse dienst. Napoleon had immers de dienstplicht ingevoerd. Nederlanders werden ingezet bij Franse veldtochten. Napoleon is in 1813 bij Leipzig verslagen en op Elba gevangen gezet. Daar wist hij te ontkomen en een nieuw leger op te bouwen om zijn oude positie te herstellen. Ondertussen was het Koninkrijk der Nederlanden (toen nog Verenigde Nederlanden, samen met België en Luxemburg) onder koning Willem I gesticht en men liet deze opmars niet zomaar gebeuren.

Raymondus van Landeghem was zo’n Nederlander in Franse dienst. Hij werd geheel op z’n Frans uitgerust. In de Nederlanden kende men voorheen wel uniformen, maar die waren vaak gericht op de afzonderlijke eenheden. Het is onder Frans bewind dat voor het eerst sprake was van eenzelfde uniform voor het hele leger. Dat maakte indruk, kennelijk ook bij Raymondus. Hij was lange tijd van huis en wilde zijn familie laten weten hoe het hem verging. Hij schreef een brief naar het adres van zijn ouders in Kruibeek dat in het huidige België ligt.

Tekening op de brief van een soldaat in vol ornaat.

Het dagelijkse soldatenleven

De brief geeft ons een mooi inzicht van het dagelijks leven van een soldaat in Franse dienst. Hij  schreef over drukke dagen die al om vier uur ’s ochtends begonnen. Hij vertelde over het vele exerceren en het lange wachten op andere eenheden om zich te verzamelen. Hij bevond zich in Miaenst (waarschijnlijk oud Nederlands voor Mainz). Van de andere kant was hij heel benieuwd hoe het hen verging en vroeg hem daarover terug te schrijven.

De brief is niet gedateerd, waarschijnlijk geschreven ergens tussen 1810 en 1815. Het beslaat twee kantjes waarop aan één zijde het embleem van de Garde Imperiale (Keizerlijk Garde), en daarbij een tekeningetje van een soldaat in vol ornaat. Alsof hij ervoor geposeerd stond. Het is niet duidelijk of hij dit zelf heeft getekend of dit heeft laten doen. Het is door een kundig tekenaar gemaakt met oog voor detail. Hij heeft vooral willen aangeven hoe hij eruit zag in zijn Franse uniform. Om het tekeningetje heen staat geschreven: ‘Raymondus van Landeghem; zoo ben ik geklet; dit is mijn potret’  (zo ben ik gekleed; dit is mijn portret).

Conservator NMM Paul van Brakel
"Kleren maakten altijd al ‘de man’ (‘de vrouw’ overigens ook)." Paul van Brakel - Conservator